Jan van der Leer - The beauty and the beast

Author Harry de Waard

Narrative

Jan van der Leer
..... of .....
The beauty and the beast.

Eind achttiende eeuw woonde in Zwijndrecht ene Jan
van der Leer. Telg uit een niet zo'n goed bekend
staand gezin. Een arm gezin, dat grotendeels werd
onderhouden door de gemeenschap. Zal waarschijnlijk
wel de diakonie geweest zijn, of de "bedeling",
zoals ze dat toen noemde. Jan van der Leer was een
mooie jongen met een voorliefde voor mooie kleren.
Maar daar hie ie het geld niet voor. Hij schijnt
goed en hard te hebben kunnen werken, onder meer op
het kapitalistische tuindersbedrijf van de familie
van Dalen aldaar. Later zei men van hem "Het was
een goeie knecht.... en dar het ie moeten blijven!"

De van Dalen's waren zeer welvarend en bezaten een
enorme tuinderij. In die tijd, de tijd van Jan dus,
overleed vader van Dalen, aan zijn kinderschare en
vrouw een groot pakitaal nalatend, dat eerlijk
gedeeld werd. Een van die kinderen was Petronelle
van Dalen. Dus ook kapitaalkrachtig vanwege het
kinds-deel. Op haar sloeg opa Jan (die daar toen
werkte) het oog. Petronella werd verliefd op mooie
Jan, overigens geheel tegen de zin van de rest van
de familie. Het was immers de tijd van het
stands-verschil! Jan had niets en was "gewoon"
arbeider, kwam vervolgens uit een twijfelachtige
familie. Petronella was rijk en van "goede kom-af"
zoals dat toen heette. Of Jan daar wel raad op
wist, of dat het echt een "ongelukje" was weet ik
niet, maar in ieder geval raakte Petronella na
verliefd op Jan ook zwanger van Jan. Er moest dus
wel grtouwworden en dat kwam Jan goed uit. Want
met het huwelijk kwam Jan van der Leer in het bezit
van een beeldschone vrouw en een boerentiet met
geld. Zo veel, dat Jan (die inmiddels de tuinderij
van van Dalen was afgeschopt en werkte op een
rijst-molen) meteen besloot om voorlopig op te
houden met werken. Geld genoeg.... En Jan kon nu
die mooie kleren lopen waar die altijd al dol
op was en hij deed het ook. Enfin: hij leefde er
goed van en werken deed hij niet.

Na Petronella's vader, stierf ook haar moeder. En
weer kwam er een kindsdeel in de portomonnee van

 

Jan, die met de erfgenamen om de tafel zat tot
groot ongenoegen van de overige voltallige familie.
Je ziet het voor je: de van Dalen's met hard
werken een fortuin bijeen vergaard samen met Jan,
die het uitgaf. Samen aan een tafel! Jan en
Petronella werden vervolgens direkt na de
begrafenis in de ban gedaan. Geen enkel familielid
bekommerde zich nog over de gevallen Petronella.
Jan wilden ze al helemaal niet zien.

In die tijd werd ome Maart geboren. Toendertijd
zeer zeker als "de vrucht der zonde" gezien. Jan
leefde er goed van. Het vele geld stelde hem in
staat een tijnderij te kopen. Maar hij had de pech
(of onvoldoende kennis) niet de goede grond te
bezitten. Geen nood: Jan verkocht zijn tuinderij
(met dik verlies) en kocht gewoon een andere. Het
heeft hem -toegegeven- niet echt mee gezeten. Hij
verbouwde juist die produkten, die of niets waard
bleken te zijn of hij kreeg te kampen met ziektes
in zijn planten. Ook werd eens een hele stal
varkens van Jan en Petronella opgeruimd, wegens de
varkenspest. Hoe het met die tuinderij is afgelopen
weet ik niet. Wel, dat Jan in die periode ook een
boekje heeft gescshreven. (Heb ik het dan van hem?)
Het laatste exemplaar heb ik zelf nog van hem
gekregen, maar wist de geschiedenis nog niet. Ik
dacht nog: "Goh, wat knap... in zo'n tijd zelf een
boekje uitgeven. Nu weet ik waarom: geld genoeg!

Jan hield niet alles voor zichzelf. Hij was een
graag geziene gast als het op lenen aan kwam. Jan
had genoeg, zijn familie was arm: dus leen je. Van
dat leen-geld is weinig of niets terug gekomen. Het
verhaal gaat, dat Petronella Jan sommeerde om eens
wat geld terug te vragen aan zijn familie (die voor
dat geld ook een stuk grond gekocht had). Jan kwam
met de boodschap terug: "Als je er nog wat van wilt
hebben, kun je zelf de bonen gan plukken en
veilen". Petronella 's ochtends vier uur d'r bed
uit om bonen te plukken van het land dat met haar
geld gekocht was. De familie van der Leer kwam niet
zo vroeg het bed uit...

Jan ging rustig door met z'n verkwistend leven.
Petronella was voortdurend zwanger en dus zocht (en
vond) Jan zijn vertier elders. Wat restte was een
hok vol kinders en uiteindelijk een doodzieke vrouw.
Petronella kreeg kanker en stierf toen Maart 22
jaar was. Bekend is dat Petronella op haar

 

 

stefbed vroeg of Jan eens een avondje thuis wilde
blijven... hij deed het niet. Een open vraag is waar
Jan met zoveel geld en nog meer sex-apeal elke
abond heen ging. Volgens moeder Stijntje naar de
"vreemde vrouwen"... Wij zouden gewoon de hoeren
zeggen...! Vast staat, dat Jan geen enkele avond
thuis was, ook niet toen zijn lieftallige eega ziek
was. Zelfs de (dure) huisraad wist Jan te gelde te
maken en verdween als sneeuw voor de zon. Jan
"lustte" hem ook....

De dag voor het sterven van Petronella zijn haar
broers en zusters voor het eerst na (22?) jaar op
bezoek geweest en hebben afscheid voor het leven
genomen. Moeder Stijntje schijnt ontroostbaar
geweest te zijn toen ze haar moeder op 15-jarige
leeftijd verloor. Ze is niet mee geweest naar haar
begrafenis omdat ze volkomen overstuur was.
Waarschijnlijk is dat simpel feit de aanleiding
geweest dat ze samen met vader Cees in 1944 haar
moeder opnieuw hebben (laten) begraven, nu in een
eigen familiegraf, waar ze inmiddels beiden ook liggen.

Toen begon de ellende in huize van der Leer pas
goed op gang te komen. Jan had nog steeds
sex-apeal, maar geen vrouw en geen geld meer. Zo
goed als alle huisraad verdween in de tijd, op een
enkel stuk na. De linnenkast bijvoorbeeld, die voor
oud-vuil op zolder stond. (Nu, opgeknapt en
schoongemaakt weer in ere hersteld... vandaar dat
ik er nogal trots op ben).

Al snel, te snel volgens sommigen, werd Jan
verliefd: binnen een paar weken na het overlijden
van Petronella. Tante Cor was eens de was aan het
doen toen Jan haar kwam vertellen dat ze spoedig
hulp zou krijgen: hij ging weer trouwen. Na het
uitspreken van de woorden: "Vader, je bent toch
niet gek geworden....", kon tante Cor na een stevig
pak rammel d'r schamele boeltje pakken en het huis
direkt verlaten. Dat kon Jan goedL slaan. Maart
schijnt woorden van gelijke strekking gesproken te
hebben na het vermenen van het grote nieuws en
volgde dezelfde weg als z'n zuster. De vrij-partij
liep echter (gelukkig) niet uit op een huwelijk. De
dame in kwestie had zeven kinderen en bleek
achteraf een zuster te zijn van wijlen opa Trouw
(uit Beijerland-Stougjesdijk). Maar goed dat het
feest niet door ging, want anders had ik nooit met

 

Ank mogen trouwen! (Men had daar trouwens toch
bezwaar tegen, omdat Ank d'r andere familie (De
Zeeuwen) de familie de Waard van nabij kende en die
stonden ook al niet als erge lieve jongens te
boek).

Geen huwelijk dus met "tante Bedje met d'r
krullemus" zoals ma ze noemde, maar al snel kwam er
een nieuwe ster aan et firmament: Marie Baars met
haar moeder, maar zonder kinderen. Of het al voor
dit huwelijk was (want dat werd het, weten we) of er
na weet ik niet, maar op een gegeven moment waren
Maart, Bets, Cor en Henk de deur uit (al dan niet
geslagen) en waren alleen Jan. Leentje dus, was
geregeld ooggetuige van de veriele krachten van
zijn vader, omdat hij altijd mee moest als Jan op
vrijerspad ging. Is het gek, dat Leen de latere
jaren niets of weinig van z'n vader moest hebben?
Navrant detail: juist het overgebleven (fraai)
meuvelstuk van Marie Baars moeder: het kabinet:
staat bij Leen.... Zou ie er nog weleens aan terug
denken?

Direkt na het huwelijk van Jan en Marie (haar
moeder kwam gewoon mee, evenals haar meubels die
erg welkom waren omdat Jan alles verpatst had_ werd
Stijntje het huis uitgestuurd met de mededeling dat
ze (Jan en Marie) een dienstje voor haar hadden
gevonden. Het bekende verhaal van dat dubbeltje en
de tram volgde; ze kon ver(t)rekken, met achter
haar aan de bode van de begrafenisverzekering, de
heer van Oord (ons welbekend) voor een bijdrage van
acht hele centen. Overigens was die polis slechts
vijftig gulden waard na haar overlijden.

Om een voorbeeld te geven hoe Jan van der Leer was:
de uit het huis geschopte kinderen mochten geen
kontakt hebben met de nog thuis wonenden. Wie dat
wel deed kon op z'n lazer krijgen en ik zei het al:
dat kon ie goed! Enfin: diverse dominee's zijn er
aan te pas gekomen (o.a. Steunenberg) om te
trachten van het zooitje ongeregeld weer een
verschijnen, waar de kinderen ook bij waren. Het
is het nooit gekomen. Het was voor iedereen een
opluchting (!) toen Jaap geboren werd en Marie
Baards de titel OMA kreeg toebedeeld... hoefden ze
geen moeder te zeggen... Vanaf Jaap's geboorte is

 

 

het dus omgeweest, nooit moeder. Heel
begrijpelijk dus als je de voorgeschiedenis kent.
Marie echter bleek ronduit een etter te zijn, maar
geheel verslingerd aan Jan. Jan voor en Jan na,
want kennelijk bleef Jan sex-apeal houden, tot op
hoge leeftijd...

Eigenlijk onbegrijpelijk vind ik, dat Jan voor de
kleinkinderen een normale opa was, Dat was ie toch,
ook al deed ie weleens vreemd? Degene die wij
gekend hebben was in feite een getemde tiran, een
uitgebluste kroegenloper, een rokkenjager in ruste.
Nog een wonder dat hij het zolang heeft uitgehouden
op aarde?

Was hij slecht? Vul zelf het antwoord maar in.
Maar, als je zo de van der Leeren-kant van moeder
Stijntje bekijkt, in de wetenschap dat bovenstaande
waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg is,
is het geen wonder dat ze vaak een moeilijk mens
was. Van huis-uit heeft ze in ieder geval weinig
liefde meegekregen en kon dat dus ook niet geven.
De vermening met de Waard deed daar verder geen
goed aan...

Harry de Waard